Nyck de Vries botst met vastgoedmiljonair: "Liever anders gezien"

Het kort geding gaat om de informatieplicht. Schothorst wil de contracten zien die De Vries had tussen 2018 en 2022. Hij leende de coureur in 2018 250.000 euro. In de daaropvolgende jaren betaalde De Vries drie procent rente per jaar en moest hij volgens de afspraken ook de helft van zijn Formule 1-inkomsten afstaan.

De lening zou komen te vervallen als De Vries in 2022 nog geen Formule 1-coureur zou zijn. Daar verschillen de partijen van mening. De Vries reed als vervanger in de Formule 1, maar vindt zelf dat dit heel anders is dan een vast stoeltje hebben. Schothorst is het daar niet mee eens, als hij gelijk heeft dan heeft hij ook komend jaar echt op vijftig procent van de F1-inkomsten van De Vries.

"Laat ik vooropstellen dat ik het fantastisch vind voor Nyck dat hij succesvol is geworden als Formule 1-coureur en dat er in augustus twee Nederlandse coureurs aan de start staan van de Dutch Grand Prix", stelt Schothorst in De Telegraaf. "We hebben in de carrière van De Vries geïnvesteerd op een cruciaal moment en toen niemand anders dat meer wilde doen. We verschillen nu van mening over de uitleg van de overeenkomst die we destijds met elkaar zijn aangegaan. Dat soort dingen gebeuren en daardoor ontkomen we er helaas niet aan de zaak aan de rechter voor te leggen. We hadden dat echt liever anders gezien, maar dat neemt niet weg dat ik als autosportfan Nyck al het mogelijke succes wens in het vervolg van zijn carrière.”

De Vries heeft aangeboden om de 250.000 euro terug te betalen, naast de 190.000 euro die de afgelopen jaren al is overgemaakt. Dit aanbod is door Schothorst afgeslagen. De Amsterdamse rechtbank doet op 3 februari uitspraak in het kort geding.