Witte roeicultuur verandert moeizaam: "Het zit heel diepgeworteld"
Laila Youssifou roeit al haar hele leven en schopte het tot de Olympische Spelen in Tokyo. Ze groeide op in Almere en merkte daar niet dat de roeisport overwegend wit was. Nadat ze in Delft ging studeren veranderde dat snel. "Ik kreeg voor het eerst te maken met grapjes over dat ik gekleurd ben, dat vond ik een heel gekke gewaarwording."
Tegenwoordig roeit Laila Youssifou samen met Roos de Jong in de dubbeltwee. Ook De Jong is een voorvechter van cultuurverandering binnen de roeisport. "Je ziet dat roeien best wel een witte sport is", aldus De Jong, die onderdeel is van de inclusiecommissie van de roeibond. "En er zijn veel hoogopgeleiden, omdat het heel erg verbonden is aan de studentencultuur en studentenverenigingen." De inclusiecommissie ontdekte dat de roeisport bestaat uit een hele homogene groep mensen. "Maar juist de mensen die niet helemaal binnen dat homogene plaatje vallen, voelen zich minder thuis in de sport en krijgen te maken met grappen en vooroordelen."
Ook Youssifou ondervond de vooroordelen. "Voor mij is het geen issue dat ik gekleurd ben, maar wat ik heel opvallend vond en ergens ook wel schrijnend is dat het anderen wel altijd heel erg opvalt. Dat is best wel gek, dat je je niet per se anders voelt, maar dat anderen dat blijkbaar wel zo zien", legt de 26-jarige roeister uit bij de NOS. "Ik vond dat zelf best lastig. En nog steeds heb ik wel dat ik van mijn à propos ben als er zo'n opmerking gemaakt wordt."
De Jong denkt dat de sport nog een lange weg te gaan heeft. "Het zit heel diepgeworteld en ik denk dat het ook veel tijd en energie gaat kosten om het van binnenuit te veranderen. Binnen ons team merk je al dat het gesprek op gang komt. Mensen worden zich bewuster van wat de roeicultuur is. Dat dingen die je zegt misschien voor jezelf eerst grappig of normaal lijken, maar dat je daar eigenlijk mensen mee kwetst."